CORNELIA BRINKMAN EN GERARD REVE

In november 1947 verscheen De Avonden, de debuutroman van Gerard Reve.

Cornelia (Cok) Brinkman schreef er een korte recensie van, uit hoofde van haar toenmalige functie van bibliografe/redacteur bij Uitgeverij Sijthoff:

"Leeg van idealen, arm aan liefde zijn vrijwel alle figuren in dit boek, maar de schrijver veroordeelt niemand. De zeer persoonlijke wijze waarop hij zijn 'kopieerlust' heeft botgevierd, maakt dit verhaal voor de ware verstaander tot een fascinerend schilderij.
Wat invloeden betreft, soms meende ik even de stem van Kristiaan Watteyn te herkennen, en ook de schim van 'meneer Visser' liet zich niet onbetuigd, maar deze associaties kunnen toevallig zijn. De hoofdpersoon is een over-bewust jongmens, steeds zichzelf en anderen analyserend; zijn kennissen zijn hem in de grond onverschillig, maar om zijn avonden te vullen zoekt hij hen op, hij vertelt lugubere anekdotes en schijnt er een landerig vermaak in te vinden, dóór te zagen over totaal onbelangrijke verschijnselen als b.v. kaalhoofdigheid. Van humor is aanvankelijk alleen een karikatuur te vinden: een macabare galgenhumor. Wat dit boek betekenis geeft, is het feit dat de hoofdpersoon zich voortdurend bewust is van de leegheid van dit alles, zijn tot zichzelf gerichte vragen waarom hij dit toch doet, of plotseling, kort en klaar, de verzekering: 'er is geen uitkomst'.
Ook zijn ouders worden zijns ondanks steeds zonder reserves door hem geobserveerd; van de druk hunner burgerlijkheid en zieligheid - die hem tegelijk ergeren en met een navrante deernis vervullen - weet hij zich met een ten langen leste doorbrekende verzachtende humor vrij te maken. De 'gebeden', de gedachten die hij, in keuken of huiskamer, tot God richt onder het praten met zijn moeder door, of zijn vader observerend, vormen de hoogtepunten van het boek; zijn ouders zijn a.h.w. de representanten van een mensheid wier bestaan alle zin verloren heeft en die hij met een 'ecce homo' aan haar Schepper toont."
(Bron: Nederlandsche bibliographie. Maandblad voor boekenvrienden, jrg. 91, nr. 1, februari 1948)

Deze redelijk positieve recensie werd, samen met een nogal negatieve recensie van de hand van Rico Bulthuis, voorgelegd aan Gerard Reve met het verzoek op beide te reageren. Met de woorden van Brinkman kon hij zich zonder verdere opmerkingen wel verenigen, maar met de recensie van Bulthuis was hij minder content.

Fragment uit de reactie van Gerard Reve (zie foto rechts):

"Ik ontving inzage van de stukjes van mej. Brinkman en de heer Bulthuis met het verzoek, het mijne te zeggen. In eerste instantie besloot ik niet er iets op te schrijven, enerzijds omdat polemiseren tegen eigen critici mij niet juist lijkt, anderzijds omdat het informatieve stukje van Cok Brinkman geen aanleiding tot opmerkingen geeft en dat van Bulthuis in een onredelijke, onwaardige en grievende toon is gesteld. Toch wil ik uit het artikeltje van laatstgenoemde een paar gedachten die representatief zijn voor de stemming der tegenstanders onderzoeken. (...)"
(Bron: idem)

Enkele decennia later werden de recensies van Brinkman en Bulthuis en de reactie daarop van Reve opgenomen in het boek Hoei Boei! van Dick Slootweg en Paul Witteman (Baarn, 1980).

In 2007 verscheen hiervan een heruitgave, getiteld De Avonden, een kleine reünie, met een nieuwe inleiding van Paul Witteman. Ook hierin is de recensie van Cornelia Brinkman opgenomen.

In 2009 publiceerde Nop Maas het eerste deel van zijn Reve-biografie: Gerard Reve - Kroniek van een schuldig leven. Ook hij maakt melding van Brinkmans positieve bespreking van De Avonden (p. 267).