|
JAHWÈH SPREEKT
Eens wist ik duizend jaren met één dag te meten,
en toen weerklinkend van planeten tot planeten
van berg tot berg een echo sloeg
"Adam, waar zijt gij"! -
stond hier de laatste mens. Zij vroeg
en lachte
"wie is het die gij nog verwachtte?
Uw Adam ligt in stervensnood;
hij was mij broeder, vriend en vader,
gij gunt niet dat ik hem benader,
geen hand die hem de appel bood.
Ga heen en zie uw werk: de dood
van hem naar wie mijn heimwee haakt,
die 'k met mijn ziel bevruchtte ..."
Toen zag 'k mijzelve: ik was naakt,
ik schaamde mij en vluchtte.
* * *
|
Leiden, 24/25 januari 1949.