IN MEMORIAM F.L.B.
Haar leeuw'rik in de morgenstond
- o kleine demon van het licht -
die haar met duizend zangen bond,
hij heeft zijn werk verricht.
Hoe blind'lings bleef zij hem verstaan
tot waar de meeuwen van de dood
haar lokten met die zoete waan:
de zee haar moeders schoot.
Hoe snel beschreef haar zon een baan,
die leeuwerik tot meeuw doorliep:
zij moest de merel overslaan,
die in de middag riep.
* * *
Leiden, 6 maart 1949.
Gepubliceerd in De Nieuwe Stem, 4e jaargang afl. 4, april 1949, p. 197.
In dit nummer van De Nieuwe Stem werd o.a. ook een kwatrijn van A. Roland Holst gepubliceerd,
alsook de eerste aflevering van de roman Ivoren Wachters van Simon Vestdijk (zie rechterfoto).
Een fragment uit een brief, d.d. 15 maart 1949, van A. Roland Holst aan C. Brinkman, over haar gedicht 'In memoriam F.L.B.':
"Ik sta op het punt naar A'dam te gaan, maar wil je toch even dezen brief van Victor E. van Vriesland sturen. Ik zond hem n.m. het laatste
gedicht, dat ik van je kreeg, omdat het mij bijzonder trof. Hij is een van de redacteuren van "De Nieuwe Stem", en degeen met het beste oordeel
over poëzie."
Een fragment uit de genoemde bijgesloten brief van Victor E. van Vriesland aan A. Roland Holst, d.d. 12 maart 1949:
"Het gedicht van Cornelia Brinkman vond ik zeer de moeite waard en ik heb het direct met mijn aanbeveling doorgestuurd naar de overige redacteuren."
Wilt u meer fragmenten uit brieven van A. Roland Holst aan C. Brinkman lezen? Kijk dan hier.